‘We zijn een echt familiebedrijf,’ vertelt Rick Wilms. ‘Ik werk samen met mijn vrouw Maartje en haar ouders Peter en Hélène. Maartje en Hélène zijn gepassioneerde zorgprofessionals. Zij hebben altijd in de zorg gewerkt en hebben een hart voor dit werk en in het bijzonder voor mensen met dementie. Nog steeds staan ze zelf op de werkvloer. Peter heeft de afgelopen vijfenveertig jaar in diverse leidinggevende functies in de Nederlandse zorgsector gewerkt. Ik durf hem absoluut een pionier te noemen. De manier waarop hij de gezamenlijke droom met Hélène en Maartje werkelijkheid heeft laten worden, en dit project voor elkaar heeft gebokst, is bewonderenswaardig.’
Dromen, durven, doen
Het begon dus met een droom. Met een wens om het anders te doen. ‘Peter zag een aanzienlijke toename van de bureaucratie in de zorgsector. Er werd steeds meer gewerkt vanuit protocollen en regels, in plaats van elkaar de vraag te stellen wat mensen die zorgbehoevend zijn nu echt nodig hebben. Hij was ervan overtuigd dat het anders kon. Simpeler. Toen hij in zijn vrije tijd een hospice opzette ondervond hij bovendien hoe belangrijk het is als mensen zich ergens thuis voelen. Ook Maartje en Hélène zagen in hun dagelijkse werk zoveel dingen die ze graag anders wilden aanpakken. En zo werd het zaadje om een eigen zorglocatie te beginnen geplant.’
Anders dan anders
‘In Het Poelsplein doen wij een aantal dingen anders. Zo bieden we stellen de mogelijkheid om bij elkaar te blijven wonen. We hebben 32 appartementen en 40 bewoners. Dat betekent dat er acht stellen bij ons wonen. Vaak hebben zij beiden een zorgindicatie, al is dat niet in alle gevallen zo. Als je weet dat samenwonen in 95% van de zorginstellingen niet mogelijk is, is dat dus heel bijzonder. Gek eigenlijk, want hoe cru is het om echtparen die 40, 50 jaar of misschien zelfs langer bij elkaar zijn geweest uit elkaar te halen? Dan zijn er nog de grotere (woon)ruimtes, de manier waarop we drie keer per dag vers koken, hoe onze tuin is aangelegd, het grote aantal vrijwilligers dat bij ons werkt… Omdat we met kleine regionale partijen samenwerken, het liefste in ons dorp en de regio, maakt dat we midden in de samenleving staan. Dit soort samenwerkingen sluiten bovendien goed aan bij onze maat en maakt dat de lijntjes kort zijn, en het contact persoonlijk is.’
Kwaliteit van leven
‘Zorginstellingen zijn vaak logge organisaties geworden, waarbij heel veel regeltjes en bedrijfsprocessen er meestal toe leiden dat de bewoners in het ritme van de organisatie mee moeten gaan, in plaats van andersom. Uitgaan van wat mensen willen en kunnen, kan daardoor ver te zoeken zijn. Dat komt onder meer omdat er binnen die organisaties veel zorggeld gaat naar facilitaire afdelingen als HR, IT en een tal van beleidsmedewerkers. Die hoge overheadkosten resulteren automatisch in minder handen aan het bed. En ja, dan kan het zo zijn dat een zorgprofessional soms al om 19 uur ‘s avonds moet beginnen met het in bed leggen van de eerste bewoners. Bij Het Poelsplein vormen we een directie van vier. Hierdoor is er veel ruimte om zorg op de vloer in te kopen. Ook ‘s avonds. Het betekent dat bewoners bijvoorbeeld zelf kunnen aangeven hoe laat zij willen gaan slapen. In bepaalde situaties kan het zelfs zo zijn dat de nachtdienst iemand naar bed brengt. Meer mensen op de vloer betekent ook meer tijd om naast het leveren van goede zorg een wandeling met bewoners te maken of samen een spelletje te doen. De kwaliteit van het leven van bewoners gaat hierdoor omhoog, en dat geldt net zozeer voor het werkplezier van onze mensen op de vloer. Steeds stellen we elkaar bij het nemen van een nieuwe beslissing dan ook de vraag: wat schiet de bewoner, medewerker of vrijwilliger ermee op? Is het in zijn of haar belang? Als we dat niet goed naar elkaar kunnen uitleggen, doen we het niet.’
Een wereld van verschil
‘Door het scheiden van wonen en zorg, kun je zeggen dat de mensen in principe nog thuis wonen. Hierdoor verkregen we hulpmiddelen op drie verschillende manieren. De eerste manier was via de Wmo, waarbij we afhankelijk waren van de hulpmiddelenleverancier in onze gemeente. Daarnaast kwamen hulpmiddelen via de zorgverzekering binnen. Dit ging veelal om bedden en kleine hulpmiddelen. Tot slot waren er bewoners die hun eigen hoog-laagbed hadden, of gewoon een boxspring. Die laatste bedden hadden als nadeel dat onze medewerkers niet ergonomisch verantwoord konden werken, omdat zo’n bed niet in hoogte verstelbaar is. Het meest storende was echter het contact met de betreffend Wmo-hulpmiddelenleverancier. Wilde je iets regelen, dan stond je een half uur in de wacht bij een callcenter. Voor mij was het dan ook snel duidelijk: uniformiteit in ons hulpmiddelenaanbod is hard nodig, als ook een partij die naast bedden andere hulpmiddelen kan leveren en waarmee het makkelijk en snel schakelen is. Op dat moment had ik tien verschillende bedrijven kunnen gaan aanschrijven. Maar dat is niet logisch. En dus vroegen we op de vloer: met welke hulpmiddelenleveranciers heb je goede ervaring? Bijna iedereen noemde Kersten. Kersten voelde voor ons vanaf het eerste gesprek in alle opzichten goed. Binnen een mum van tijd leverden ze ons zo’n 25 bedden en sinds deze week zijn er 32 multifunctionele stoelen voor alle badkamers in gebruik. Dat Kersten Hulpmiddelen goede producten levert is een feit, maar het echte verschil zit hem voor mij in hun service, de vaste aanspreekpunten en de korte lijntjes. Het is een wereld van verschil.’
We doen het echt samen
‘Een tekenend voorbeeld van onze samenwerking is een bewoonster met groot valgevaar. Ze zou een nieuw bed krijgen, maar dat bed bleek niet in de lift te passen. En deze mevrouw woonde op de tweede verdieping. Uiteindelijk hebben heel wat techneuten van Kersten zich ermee bemoeid. Aan het einde van de dag stond er tijdelijk een ander bed en was er een dusdanige constructie gebouwd zodat deze mevrouw veilig kon gaan slapen. Vraag me niet hoe ze dat hebben gedaan, maar ik voel dat er een verantwoordelijkheidsgevoel is. En dat we het samen doen. Het zijn de kleine dingen die een groot verschil maken. Ja, het gevoel van onze medewerkers waarom we Kersten moesten contacten wordt in alles bevestigd door hoe het nu loopt. We zijn ontzettend tevreden.’
Scheiding van wonen en zorg
‘De wereld van bejaardentehuizen heeft al geruime tijd plaatsgemaakt voor verzorgingstehuizen. Daar ga je wonen, en dat kost een bepaald bedrag dat door het zorgkantoor aan de betreffende instelling wordt betaald. Daarnaast betaalt elke bewoner een eigen bijdrage. Bij ons ligt dat anders, omdat wij wonen en zorg scheiden. Onze bewoners huren een appartement bij ons en betalen een x-bedrag aan servicekosten voor eten, drinken, elektra, water… De zorg wordt vervolgens geheel vanuit de Wlz (red. Wet Langdurige Zorg) betaald. In de praktijk zie je dat deze constructie iets voordeliger is voor mensen met een kleine portemonnee, omdat de huur van deze groep onder de huursubsidiegrens zit. Voor bewoners met meer budget, biedt het Poelsplein de mogelijkheid om een wat groter appartement te huren. Deze optie kan net iets duurder uitvallen ten opzichte van de eigen bijdrage die men in een traditioneel verzorgingstehuis zou betalen. Op deze manier is Het Poelsplein toegankelijk voor iedereen. Overheid en zorgkantoren sturen steeds meer op VPT (Volledig Pakket Thuis), oftewel wonen en zorg scheiden, omdat bij deze variant de zorgvragers een bijdrage leveren aan het wonen. Deze vorm is daardoor goedkoper dan de traditionele WLZ-financiering.
Verdubbeling aantal dementerenden
Ook in de gemeente Peel en Maas zal het aantal dementiepatiënten vanwege de vergrijzing de komende jaren flink toenemen. Volgens cijfers van Alzheimer Nederland woonden er in 2015 in totaal 680 mensen met dementie in de gemeente Peel en Maas. Naar verwachting zullen dat in 2040 maar liefst 1200 personen zijn. ‘We hebben nu al enorme wachtlijsten,’ vervolgt Rick. ‘Dat is schrijnend. En dan is er ook nog het personeelstekort dat alleen maar groter zal worden. Wij hopen dat we daar op een later moment tegenaan zullen lopen, want we hebben binnen een mum van tijd zo’n 60 personeelsleden aan ons weten te binden die net als wij passie voor hun werk hebben en zich kunnen vinden in onze visie. Daar zijn we trots op, al zullen we vanwege de vergrijzing en langere levensverwachting op een zeker moment ook tegen dit probleem aanlopen. Dat maakt de urgentie om mee te gaan met technische ontwikkelingen groter, want het is een feit dat we met minder mensen hetzelfde werk moeten verrichten. We zullen echter alleen ja zeggen tegen een bepaalde oplossing of innovatie als die daadwerkelijk aansluit bij de belevingswereld van onze mensen. En persoonlijk contact zal altijd voorop blijven staan.’
Kansen
‘In het huidige zorglandschap is er veel ruimte voor zorgondernemers om het op een andere manier te doen dan de grote en loggere zorgorganisaties. Beter inspelen op de behoefte van bewoners, of er nu sprake is van dementie of een ander ziektebeeld, is hard nodig. Zoals het in huis nemen van partners van cliënten. Eigenlijk heel logisch, maar anno 2023 nog zeer ongebruikelijk. Bovendien heeft het bieden van zorg waarbij er écht ruimte en aandacht is voor het welzijn van cliënten, als bijkomend effect dat je medewerkers met een zorghart aantrekt. Dat is in tijden van schaarste geen overbodige luxe. Daarnaast vinden we dat er een rol voor ons is weggelegd als het gaat om inclusiviteit in de regio. Zo komt er deze week een nieuwe mevrouw bij ons wonen met een niet-Nederlandse achtergrond. Dat vinden we spannend, want dat is voor ons nieuw. Wat zijn haar gewoontes? En zal ze op een zeker moment terugvallen op haar moedertaal? Toch laten we ons hier niet van weerhouden en kijken we wat we kunnen doen om diegene te helpen. Zij verdient net zo hard een goede plek als ieder ander en Het Poelsplein is het huis van de mogelijkheden.’